Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vreemdeling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vreemdeling (Nederlands) in het Zweeds

vreemdeling:

vreemdeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vreemdeling (buitenlander; allochtoon)
    utlänning; främling
  2. de vreemdeling (onbekende; vreemde)
    okänd; okänd person; obekant

Vertaal Matrix voor vreemdeling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
främling allochtoon; buitenlander; vreemdeling buitenlandse; vreemdelinge
obekant onbekende; vreemde; vreemdeling
okänd onbekende; vreemde; vreemdeling
okänd person onbekende; vreemde; vreemdeling
utlänning allochtoon; buitenlander; vreemdeling buitenlandse; vreemdelinge
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
okänd onbekend

Verwante woorden van "vreemdeling":


Wiktionary: vreemdeling


Cross Translation:
FromToVia
vreemdeling främling alien — person, etc. from outside
vreemdeling utlänning foreigner — person in a foreign land
vreemdeling utlänning Ausländerallgemein: Person aus dem Ausland (Herkunft aus einem anderen Land)