Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vrachtgoed:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vrachtgoed (Nederlands) in het Zweeds

vrachtgoed:

vrachtgoed [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vrachtgoed
    frakt; gods; last; fraktgods
    • frakt [-en] zelfstandig naamwoord
    • gods [-ett] zelfstandig naamwoord
    • last [-en] zelfstandig naamwoord
    • fraktgods [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vrachtgoed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frakt vrachtgoed belading; bevrachting; cargo; lading; last; scheepslading; vracht
fraktgods vrachtgoed
gods vrachtgoed artikelen; belading; goederen; goedje; handelswaar; koopwaar; lading; last; materiaal; riddergoed; spul; voorwerpen; vracht; waar; waren
last vrachtgoed belading; gevoelslast; inladen; kwaaltje; lading; ladingen; last; schroefbank; verlading; vracht; vrachten