Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vraagstuk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vraagstuk (Nederlands) in het Zweeds

vraagstuk:

vraagstuk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het vraagstuk (opgave; opgaaf; kwestie; zwaarte; probleem)
    problem; uppgift
    • problem [-ett] zelfstandig naamwoord
    • uppgift [-en] zelfstandig naamwoord
  2. het vraagstuk (probleem; kwestie)
    problem
    • problem [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vraagstuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
problem kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte beroeringen; geval; knik; kwestie; kwesties; moeilijkheden; narigheden; problematiek; problemen; sores; strubbeling; zaak; zorgen
uppgift kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte arbeid; bevelschrift; consigne; dwangbevel; job; karwei; karweitje; klusje; opdracht; order; taak

Verwante woorden van "vraagstuk":

  • vraagstukken

Wiktionary: vraagstuk


Cross Translation:
FromToVia
vraagstuk fråga FrageAngelegenheit, Diskussionspunkt, Problem
vraagstuk problem problèmequestion scientifique à résoudre.

Verwante vertalingen van vraagstuk