Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vorst:
  2. vorsen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vorst (Nederlands) in het Zweeds

vorst:

vorst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vorst (monarch; koning; heerser; soeverein)
    monark
    • monark [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vorst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
monark heerser; koning; majesteit; monarch; soeverein; vorst

Verwante definities voor "vorst":

  1. het lager dan nul graden zijn1
    • de weerman voorspelt vorst en sneeuw1
  2. hoofd van een rijk1
    • Nederland heeft geen vorst, maar een vorstin1

Wiktionary: vorst


Cross Translation:
FromToVia
vorst frost frost — cold weather that would cause frost
vorst regent; monark sovereign — monarch
vorst frost Frost — äußere, sowohl strenge als auch milde Kälte, die bei Temperaturen im Bereich unter null Grad Celsius, also unterhalb des Gefrierpunktes von Wasser, eintritt
vorst fiskben arête — À trier
vorst frost gel — Traductions à trier suivant le sens
vorst frost gelée — météo|fr Froid qui glace l’eau et qui rend les corps plus rigides.

vorsen:

vorsen werkwoord (vors, vorst, vorste, vorsten, gevorst)

  1. vorsen (onderzoeken; speuren)
    fråga; undra; förfråga; höra efter; höra sig för
    • fråga werkwoord (frågar, frågade, frågat)
    • undra werkwoord (undrar, undrade, undrat)
    • förfråga werkwoord (förfrågar, förfrågade, förfrågat)
    • höra efter werkwoord (hör efter, hörde efter, hört efter)
    • höra sig för werkwoord (hör sig för, hörde sig för, hört sig för)

Conjugations for vorsen:

o.t.t.
  1. vors
  2. vorst
  3. vorst
  4. vorsen
  5. vorsen
  6. vorsen
o.v.t.
  1. vorste
  2. vorste
  3. vorste
  4. vorsten
  5. vorsten
  6. vorsten
v.t.t.
  1. heb gevorst
  2. hebt gevorst
  3. heeft gevorst
  4. hebben gevorst
  5. hebben gevorst
  6. hebben gevorst
v.v.t.
  1. had gevorst
  2. had gevorst
  3. had gevorst
  4. hadden gevorst
  5. hadden gevorst
  6. hadden gevorst
o.t.t.t.
  1. zal vorsen
  2. zult vorsen
  3. zal vorsen
  4. zullen vorsen
  5. zullen vorsen
  6. zullen vorsen
o.v.t.t.
  1. zou vorsen
  2. zou vorsen
  3. zou vorsen
  4. zouden vorsen
  5. zouden vorsen
  6. zouden vorsen
diversen
  1. vors!
  2. vorst!
  3. gevorst
  4. vorsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vorsen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fråga interpellatie; issue; kwestie; punt; query; substantie; vraag
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fråga onderzoeken; speuren; vorsen afvragen; bidden; navragen; smeken; verwonderen; verzoeken; vraag stellen; vragen
förfråga onderzoeken; speuren; vorsen
höra efter onderzoeken; speuren; vorsen
höra sig för onderzoeken; speuren; vorsen
undra onderzoeken; speuren; vorsen afvragen; dwalen; verwonderen

Wiktionary: vorsen


Cross Translation:
FromToVia
vorsen bepröva; undersöka examinerobserver avec attention, avec réflexion.
vorsen söka om igen rechercher — (1)

Verwante vertalingen van vorst