Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vooruitziendheid:
  2. vooruitziend:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vooruitziendheid (Nederlands) in het Zweeds

vooruitziendheid:

vooruitziendheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de vooruitziendheid
    förutseende; försyn

Vertaal Matrix voor vooruitziendheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
försyn vooruitziendheid
förutseende vooruitziendheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förutseende met vooruitziende blik

Verwante woorden van "vooruitziendheid":


vooruitziend:

vooruitziend bijvoeglijk naamwoord

  1. vooruitziend (voorspellend)
    förutsägande

Vertaal Matrix voor vooruitziend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förutsägande voorspellend; vooruitziend

Verwante woorden van "vooruitziend":


Wiktionary: vooruitziend


Cross Translation:
FromToVia
vooruitziend förtänksam prudent — sagacious in adapting means to ends