Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vooruithelpen (Nederlands) in het Zweeds
vooruithelpen:
vooruithelpen werkwoord (help vooruit, helpt vooruit, hielp vooruit, hielpen vooruit, vooruitgeholpen)
-
vooruithelpen (verderhelpen)
Conjugations for vooruithelpen:
o.t.t.
- help vooruit
- helpt vooruit
- helpt vooruit
- helpen vooruit
- helpen vooruit
- helpen vooruit
o.v.t.
- hielp vooruit
- hielp vooruit
- hielp vooruit
- hielpen vooruit
- hielpen vooruit
- hielpen vooruit
v.t.t.
- heb vooruitgeholpen
- hebt vooruitgeholpen
- heeft vooruitgeholpen
- hebben vooruitgeholpen
- hebben vooruitgeholpen
- hebben vooruitgeholpen
v.v.t.
- had vooruitgeholpen
- had vooruitgeholpen
- had vooruitgeholpen
- hadden vooruitgeholpen
- hadden vooruitgeholpen
- hadden vooruitgeholpen
o.t.t.t.
- zal vooruithelpen
- zult vooruithelpen
- zal vooruithelpen
- zullen vooruithelpen
- zullen vooruithelpen
- zullen vooruithelpen
o.v.t.t.
- zou vooruithelpen
- zou vooruithelpen
- zou vooruithelpen
- zouden vooruithelpen
- zouden vooruithelpen
- zouden vooruithelpen
diversen
- help vooruit!
- helpt vooruit!
- vooruitgeholpen
- vooruithelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vooruithelpen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hjälpa fram | verderhelpen; vooruithelpen | opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen |