Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. voorraad:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorraad (Nederlands) in het Zweeds

voorraad:

voorraad [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de voorraad (goederenvoorraad)
    varubestånd; varulager; lager
  2. de voorraad
    lager
    • lager [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voorraad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lager goederenvoorraad; voorraad aanvoer; berging; bergplaats; bewaarplaats; coating; depot; geweerlades; goederenloods; goederenopslagruimte; laag; magazijnen; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; pakhuizen; toevoer; voorraadschuur; warenhuis
varubestånd goederenvoorraad; voorraad
varulager goederenvoorraad; voorraad goederenloods; goederenopslagruimte
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lager bewaarplaats

Verwante woorden van "voorraad":


Wiktionary: voorraad


Cross Translation:
FromToVia
voorraad uppsättning; bestånd; förråd Bestand — Menge von vorhandenen Gegenständen
voorraad lager stock — store of goods for sale
voorraad lager; förråd stock — supply of anything ready for use
voorraad förråd; lager stockpile — supply for future use
voorraad lager store — supply held in storage
voorraad förvaringsställe réserveaction de réserver.

Verwante vertalingen van voorraad