Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voorbijlaten (Nederlands) in het Zweeds
voorbijlaten:
-
voorbijlaten
Conjugations for voorbijlaten:
o.t.t.
- laat voorbij
- laat voorbij
- laat voorbij
- laten voorbij
- laten voorbij
- laten voorbij
o.v.t.
- liet voorbij
- liet voorbij
- liet voorbij
- lieten voorbij
- lieten voorbij
- lieten voorbij
v.t.t.
- heb voorbij gelaten
- hebt voorbij gelaten
- heeft voorbij gelaten
- hebben voorbij gelaten
- hebben voorbij gelaten
- hebben voorbij gelaten
v.v.t.
- had voorbij gelaten
- had voorbij gelaten
- had voorbij gelaten
- hadden voorbij gelaten
- hadden voorbij gelaten
- hadden voorbij gelaten
o.t.t.t.
- zal voorbijlaten
- zult voorbijlaten
- zal voorbijlaten
- zullen voorbijlaten
- zullen voorbijlaten
- zullen voorbijlaten
o.v.t.t.
- zou voorbijlaten
- zou voorbijlaten
- zou voorbijlaten
- zouden voorbijlaten
- zouden voorbijlaten
- zouden voorbijlaten
diversen
- laat voorbij!
- laat voorbij!
- voorbij gelaten
- voorbijlatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor voorbijlaten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
låta gå | voorbijlaten | dwingen ontslag te nemen; laten liggen; laten voorbijgaan; vrijaf geven; vrijgeven |
låta passera | voorbijlaten | |
släppa förbi | voorbijlaten |