Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förflutet
|
|
verleden
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förfluten
|
beëindigd; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij
|
Verstreken
|
Preposition | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
-
|
om
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avslutad
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
afgeknot; afgerond; gecompleteerd
|
avslutat
|
af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
af; afgeknot; afgerond; beëindigd; gecompleteerd; gedaan; gereed; klaar; volbracht; voleindigd
|
fullständig
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
algeheel; compleet; kompleet; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; volslagen; voortreffelijk
|
fullständigt
|
af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
afgerond; algeheel; baarlijk; compleet; gecompleteerd; integraal; kompleet; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; volslagen; voortreffelijk
|
färdigt
|
af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
|
afgehandeld
|
förfallet
|
beëindigd; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij
|
aftands; bouwvallig; brokkelig; gammel; kruimelend; kruimig; ruïneus
|
förflutet
|
beëindigd; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij
|
|
inte längre aktuellt
|
gepasseerd; voorbij
|
|
passerad
|
gepasseerd; voorbij
|
|
utgången
|
beëindigd; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij
|
|
utgånget
|
beëindigd; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij
|
|
över
|
gepasseerd; voorbij
|
over; over dit; overheen; tegenovergelegen; tegenoverliggend
|