Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voorbeschikken (Nederlands) in het Zweeds
voorbeschikken:
voorbeschikken werkwoord (beschik voor, beschikt voor, beschikte voor, beschikten voor, voorbeschikt)
-
voorbeschikken (voorbestemmen)
Conjugations for voorbeschikken:
o.t.t.
- beschik voor
- beschikt voor
- beschikt voor
- beschikken voor
- beschikken voor
- beschikken voor
o.v.t.
- beschikte voor
- beschikte voor
- beschikte voor
- beschikten voor
- beschikten voor
- beschikten voor
v.t.t.
- heb voorbeschikt
- hebt voorbeschikt
- heeft voorbeschikt
- hebben voorbeschikt
- hebben voorbeschikt
- hebben voorbeschikt
v.v.t.
- had voorbeschikt
- had voorbeschikt
- had voorbeschikt
- hadden voorbeschikt
- hadden voorbeschikt
- hadden voorbeschikt
o.t.t.t.
- zal voorbeschikken
- zult voorbeschikken
- zal voorbeschikken
- zullen voorbeschikken
- zullen voorbeschikken
- zullen voorbeschikken
o.v.t.t.
- zou voorbeschikken
- zou voorbeschikken
- zou voorbeschikken
- zouden voorbeschikken
- zouden voorbeschikken
- zouden voorbeschikken
diversen
- beschik voor!
- beschikt voor!
- voorbeschikt
- voorbeschikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor voorbeschikken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
föröda | voorbeschikken; voorbestemmen |