Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. voogdij:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voogdij (Nederlands) in het Zweeds

voogdij:

voogdij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de voogdij (voogdijschap)
    vård; uppsikt; förmynderskap
  2. de voogdij (zeggenschap)
    kontroll
  3. de voogdij (zeggenschap)
    förmyndarskap

Vertaal Matrix voor voogdij:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förmyndarskap voogdij; zeggenschap onmondigheid; voogdijschap
förmynderskap voogdij; voogdijschap
kontroll voogdij; zeggenschap afstelknop; beheersing; besturingselement; check up; controledienst; inspectie; keuren; mate van bekwaamheid; medische keuring; meesterschap; natellen; navorsing; onderhoudsbeurt; onderzoek
uppsikt voogdij; voogdijschap beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; supervisie; surveillance; toezicht; zeggenschap; zorg
vård voogdij; voogdijschap beheer; bescherming; bewaking; controle; hoede; toezicht; verpleging; verzorging; zeggenschap; zorg

Verwante woorden van "voogdij":

  • voogdijen