Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- volledigheid:
- volledig:
-
Wiktionary:
- volledig → fullständig, komplett, uttömmande, fullödig, -talig, -satt, hel, full, alldeles, fullständigt, helt
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor volledigheid (Nederlands) in het Zweeds
volledigheid:
-
de volledigheid (uitputtendheid)
-
de volledigheid (voltalligheid; geheel; totaliteit; alles; gezamenlijkheid; volkomenheid; totaal; eenheid)
Vertaal Matrix voor volledigheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fullhet | alles; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid | |
fullständighet | alles; compleetheid; eenheid; geheel; gezamenlijkheid; totaal; totaliteit; uitputtendheid; volkomenheid; volledigheid; voltalligheid | betrouwbaarheid; completering; degelijkheid; deugdelijkheid; soliditeit; stevigheid; volheid; voltooiing |
Verwante woorden van "volledigheid":
volledig:
-
volledig (integraal)
fullständigt; integral; oavkortat; integralt; oavkortad-
fullständigt bijvoeglijk naamwoord
-
integral bijvoeglijk naamwoord
-
oavkortat bijvoeglijk naamwoord
-
integralt bijvoeglijk naamwoord
-
oavkortad bijvoeglijk naamwoord
-
-
volledig (totaal; helemaal; compleet)
-
volledig (algeheel; compleet; volkomen; kompleet; volslagen)
-
volledig (fulltime)
Vertaal Matrix voor volledig:
Verwante woorden van "volledig":
Synoniemen voor "volledig":
Antoniemen van "volledig":
Verwante definities voor "volledig":
Wiktionary: volledig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• volledig | → fullständig; komplett | ↔ complete — with everything included |
• volledig | → uttömmande | ↔ exhaustive — including every possible element |
• volledig | → fullständig; fullödig | ↔ full — complete |
• volledig | → fullständig; -talig; -satt; komplett | ↔ complet — À quoi il ne manquer aucune des parties nécessaires. |
• volledig | → hel; full | ↔ entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue. |
• volledig | → alldeles; fullständigt; helt | ↔ entièrement — D'une manière entière. |