Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vleiers:
  2. vleier:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vleiers (Nederlands) in het Zweeds

vleiers:

vleiers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de vleiers (mooipraters)
    skojare; smickrare

Vertaal Matrix voor vleiers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skojare mooipraters; vleiers aartsbedrieger; aartsleugenaar; achterbakse personen; bengel; boefje; deugniet; doortrapte leugenaar; flessentrekkers; gladjanussen; grappenmakers; guit; jongens; knoeier; koekenbakker; koekhakker; komedianten; komieken; kwajongen; olijkerd; onbetrouwbare kerels; ondeugd; paljas; paljassen; picaro; rakkers; schavuit; schelm; schoeljes; sjoemelaar; sjoemelaars; smiechten; vlegel
smickrare mooipraters; vleiers

Verwante woorden van "vleiers":


vleier:

vleier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vleier (mooiprater; strooplikker)
    fjäskare; inställsam person

Vertaal Matrix voor vleier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fjäskare mooiprater; strooplikker; vleier
inställsam person mooiprater; strooplikker; vleier

Verwante woorden van "vleier":