Vlegels in het Zweeds vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

vlegels:
- skitungar; snorvalpar
vlegel:
- rackarunge; tölp; äckel; slusk; lurk; grobian; lymmel; skojare; kanalje; skälm; buffel; slyngel; drummel
Wiktionary:
- vlegel → skitstövel, knöl, kräk, slaga, lymmel, rackare, slyngel, snorunge

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vlegels (Nederlands) in het Zweeds

vlegels:

vlegels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de vlegels (bengels)
skitungar; snorvalpar
- skitungar zelfstandig naamwoord
- snorvalpar zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vlegels:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
skitungar	bengels; vlegels
snorvalpar	bengels; vlegels

Verwante woorden van "vlegels":

vlegel

vlegels vorm van vlegel:

vlegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de vlegel (schoffie; vlerk)
rackarunge
- rackarunge [-en] zelfstandig naamwoord
de vlegel (lomperd; proleet; hork; kinkel)
tölp; äckel; slusk; lurk; grobian
- tölp [-en] zelfstandig naamwoord
- äckel [-ett] zelfstandig naamwoord
- slusk [-en] zelfstandig naamwoord
- lurk [-en] zelfstandig naamwoord
- grobian [-en] zelfstandig naamwoord
de vlegel (kwajongen; deugniet; boefje; bengel; schelm; schavuit; ondeugd)
lymmel; skojare; kanalje; skälm
- lymmel [-en] zelfstandig naamwoord
- skojare [-en] zelfstandig naamwoord
- kanalje [-en] zelfstandig naamwoord
- skälm [-en] zelfstandig naamwoord
de vlegel (pummel; lummel; kinkel)
tölp; buffel; slyngel; drummel
- tölp [-en] zelfstandig naamwoord
- buffel [-en] zelfstandig naamwoord
- slyngel [-en] zelfstandig naamwoord
- drummel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vlegel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
buffel	kinkel; lummel; pummel; vlegel	buffel; hufter; karbouw; klootzak
drummel	kinkel; lummel; pummel; vlegel	donderstraal; hufter; klootzak; lomperik; schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; watje
grobian	hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel	sodemieter
kanalje	bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel	deugniet; guit; jongens; olijkerd; paljas; rakker; rakkers; snaak; stinkerd
lurk	hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel
lymmel	bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel	deugniet; donderstraal; guit; jongen; jongens; olijkerd; paljas; picaro; rakker; rakkers; rekel; schavuit; schelm; snaak; stinkerd
rackarunge	schoffie; vlegel; vlerk
skojare	bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel	aartsbedrieger; aartsleugenaar; achterbakse personen; doortrapte leugenaar; flessentrekkers; gladjanussen; grappenmakers; guit; jongens; knoeier; koekenbakker; koekhakker; komedianten; komieken; mooipraters; olijkerd; onbetrouwbare kerels; paljas; paljassen; picaro; rakkers; schavuit; schelm; schoeljes; sjoemelaar; sjoemelaars; smiechten; vleiers
skälm	bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel	deugniet; guit; jongens; olijkerd; paljas; rakker; rakkers; snaak; stinkerd
slusk	hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel
slyngel	kinkel; lummel; pummel; vlegel	donderstraal; hufter; jongen; klootzak; rakker
tölp	hork; kinkel; lomperd; lummel; proleet; pummel; vlegel	boerenkinkel; hufter; klootzak; lomperik; slodder; slodderkous; sloddervos; slons
äckel	hork; kinkel; lomperd; proleet; vlegel	engerd; etter; etterbak; griezel; griezeltje; mannetjesezel

Verwante woorden van "vlegel":

vlegels, vlegeltje, vlegeltjes

Wiktionary: vlegel

Cross Translation:

From	To	Via
• vlegel	→ skitstövel; knöl; kräk	↔ douchebag — slang: jerk, idiot
• vlegel	→ slaga	↔ flail — tool
• vlegel	→ lymmel; rackare; slyngel	↔ rascal — someone who is naughty
• vlegel	→ slaga	↔ fléau — Outil servant à battre le grain
• vlegel	→ snorunge	↔ morpion — Enfant

Vertaal vlegels van Nederlands naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vlegels (Nederlands) in het Zweeds

vlegels:

vlegels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de vlegels (bengels)

Vertaal Matrix voor vlegels:

Verwante woorden van "vlegels":

vlegels vorm van vlegel:

vlegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de vlegel (schoffie; vlerk)

de vlegel (lomperd; proleet; hork; kinkel)

de vlegel (kwajongen; deugniet; boefje; bengel; schelm; schavuit; ondeugd)

de vlegel (pummel; lummel; kinkel)

Vertaal Matrix voor vlegel:

Verwante woorden van "vlegel":

Wiktionary: vlegel