Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. visgraat:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor visgraat (Nederlands) in het Zweeds

visgraat:

visgraat [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de visgraat (beentje van een vis; graat)
    fiskben
    • fiskben [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor visgraat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fiskben beentje van een vis; graat; visgraat
- visgraatdessin; visgraatpatroon

Verwante woorden van "visgraat":

  • visgraten

Wiktionary: visgraat


Cross Translation:
FromToVia
visgraat fiskben arête — À trier