Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verzoeken (Nederlands) in het Zweeds
verzoeken:
Conjugations for verzoeken:
o.t.t.
- verzoek
- verzoekt
- verzoekt
- verzoeken
- verzoeken
- verzoeken
o.v.t.
- verzocht
- verzocht
- verzocht
- verzochten
- verzochten
- verzochten
v.t.t.
- heb verzocht
- hebt verzocht
- heeft verzocht
- hebben verzocht
- hebben verzocht
- hebben verzocht
v.v.t.
- had verzocht
- had verzocht
- had verzocht
- hadden verzocht
- hadden verzocht
- hadden verzocht
o.t.t.t.
- zal verzoeken
- zult verzoeken
- zal verzoeken
- zullen verzoeken
- zullen verzoeken
- zullen verzoeken
o.v.t.t.
- zou verzoeken
- zou verzoeken
- zou verzoeken
- zouden verzoeken
- zouden verzoeken
- zouden verzoeken
diversen
- verzoek!
- verzoekt!
- verzocht
- verzoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de verzoeken (vragen)
Vertaal Matrix voor verzoeken:
Synoniemen voor "verzoeken":
Antoniemen van "verzoeken":
Verwante definities voor "verzoeken":
Wiktionary: verzoeken
verzoeken
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verzoeken | → ansöka om | ↔ beantragen — einen Antrag auf etwas, jemanden stellen |
• verzoeken | → anmoda; begära; uppmana | ↔ request — to ask somebody to do something |
• verzoeken | → ansöka; bedja; fråga; spörja; anmoda | ↔ demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui. |
• verzoeken | → bedja; anmoda; ansöka | ↔ prier — adorer la divinité en lui demander une grâce, en la remercier d’une grâce. |
• verzoeken | → förföra; förleda | ↔ tenter — essayer, éprouver, mettre en usage quelque moyen pour faire réussir quelque chose. |