Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verwennen (Nederlands) in het Zweeds
verwennen:
-
verwennen (vertroetelen)
Conjugations for verwennen:
o.t.t.
- verwen
- verwent
- verwent
- verwennen
- verwennen
- verwennen
o.v.t.
- verwende
- verwende
- verwende
- verwenden
- verwenden
- verwenden
v.t.t.
- heb verwend
- hebt verwend
- heeft verwend
- hebben verwend
- hebben verwend
- hebben verwend
v.v.t.
- had verwend
- had verwend
- had verwend
- hadden verwend
- hadden verwend
- hadden verwend
o.t.t.t.
- zal verwennen
- zult verwennen
- zal verwennen
- zullen verwennen
- zullen verwennen
- zullen verwennen
o.v.t.t.
- zou verwennen
- zou verwennen
- zou verwennen
- zouden verwennen
- zouden verwennen
- zouden verwennen
diversen
- verwen!
- verwent!
- verwend
- verwennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verwennen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skämma bort | vertroetelen; verwennen | bederven; vergallen; verknoeien; verpesten |
Computer vertaling door derden: