Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verward:
  2. verwarren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verward (Nederlands) in het Zweeds

verward:

verward bijvoeglijk naamwoord

  1. verward (geestelijk verward; in de war; ondersteboven)
    förvirrat; desorienterad; konfys; konfyst; virrigt
  2. verward (onthutst; ondersteboven; in de war; geestelijk verward)
    förbryllad; förbryllat; förvirrat

Vertaal Matrix voor verward:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbryllad beduusdheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- vaag
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
desorienterad geestelijk verward; in de war; ondersteboven; verward
förbryllad geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
förbryllat geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
förvirrat geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward hoofdbrekend; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk; warrig
konfys geestelijk verward; in de war; ondersteboven; verward
konfyst geestelijk verward; in de war; ondersteboven; verward
virrigt geestelijk verward; in de war; ondersteboven; verward lichthoofdig; lichtzinnig

Verwante woorden van "verward":


Wiktionary: verward


Cross Translation:
FromToVia
verward konfys verstört — (nicht krankhaft) seelisch oder geistig verwirrt (meist plötzlich und für kurze Zeit)
verward konfys confusdont il est impossible de distinguer les éléments constitutifs.

verwarren:

verwarren werkwoord (verwar, verwart, verwarde, verwarden, verward)

  1. verwarren (tot een warboel maken; haspelen)
    fuska; fumla; klåpa
    • fuska werkwoord (fuskar, fuskade, fuskat)
    • fumla werkwoord (fumlar, fumlade, fumlat)
    • klåpa werkwoord (klåper, klåpte, klåppt)
  2. verwarren (van zijn stuk brengen; ontredderen; in de war brengen)
    göra någon nervös

Conjugations for verwarren:

o.t.t.
  1. verwar
  2. verwart
  3. verwart
  4. verwarren
  5. verwarren
  6. verwarren
o.v.t.
  1. verwarde
  2. verwarde
  3. verwarde
  4. verwarden
  5. verwarden
  6. verwarden
v.t.t.
  1. heb verward
  2. hebt verward
  3. heeft verward
  4. hebben verward
  5. hebben verward
  6. hebben verward
v.v.t.
  1. had verward
  2. had verward
  3. had verward
  4. hadden verward
  5. hadden verward
  6. hadden verward
o.t.t.t.
  1. zal verwarren
  2. zult verwarren
  3. zal verwarren
  4. zullen verwarren
  5. zullen verwarren
  6. zullen verwarren
o.v.t.t.
  1. zou verwarren
  2. zou verwarren
  3. zou verwarren
  4. zouden verwarren
  5. zouden verwarren
  6. zouden verwarren
diversen
  1. verwar!
  2. verwart!
  3. verward
  4. verwarrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verwarren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fumla haspelen; tot een warboel maken; verwarren frommelen; klungelen; klunzen; knoeien; prutsen; stuntelen; verprutsen
fuska haspelen; tot een warboel maken; verwarren afzetten; bedotten; fröbelen; knutselen; modderen; prutsen; tillen; verneuken; verprutsen
göra någon nervös in de war brengen; ontredderen; van zijn stuk brengen; verwarren
klåpa haspelen; tot een warboel maken; verwarren klungelen; klunzen; knoeien; prutsen; stuntelen

Verwante definities voor "verwarren":

  1. het door elkaar doen zodat het rommelig wordt1
    • wie heeft al dat touw zo verward?1
  2. per ongeluk verwisselen in je gedachten1
    • die tweelingen worden vaak met elkaar verward1

Wiktionary: verwarren


Cross Translation:
FromToVia
verwarren blanda confuse — to mix thoroughly
verwarren blanda; sammanblanda mélanger — Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout
verwarren vrida; vända; blanda; sammanblanda retourneraller de nouveau en un lieu.

Verwante vertalingen van verward