Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vervaardigen:
  2. vervaardigd:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vervaardigen (Nederlands) in het Zweeds

vervaardigen:

vervaardigen werkwoord

  1. vervaardigen (produceren; maken; voortbrengen; fabriceren)
    göra; producera; fabricera
    • göra werkwoord (gör, gjorde, gjort)
    • producera werkwoord (producerar, producerade, producerat)
    • fabricera werkwoord (fabricerar, fabricerade, fabricerat)
  2. vervaardigen (vormen; kneden; modelleren; maken)
    skapa; forma
    • skapa werkwoord (skapar, skapade, skapat)
    • forma werkwoord (formar, formade, format)

vervaardigen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vervaardigen (fabriceren; produceren; vervaardiging; maken; aanmaken)
    hopmontering; hopsättning

Vertaal Matrix voor vervaardigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fabricera fabricage; fabrikaat; maaksel; maken; product; productie; vervaardiging
göra toedoen
hopmontering aanmaken; fabriceren; maken; produceren; vervaardigen; vervaardiging
hopsättning aanmaken; fabriceren; maken; produceren; vervaardigen; vervaardiging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fabricera fabriceren; maken; produceren; vervaardigen; voortbrengen voorjokken; voorliegen
forma kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen beeldhouwen; boetseren; fatsoeneren; modelleren; stileren; vorm geven; vormen; vormgeven
göra fabriceren; maken; produceren; vervaardigen; voortbrengen doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten
producera fabriceren; maken; produceren; vervaardigen; voortbrengen laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen
skapa kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen concipiëren; fatsoeneren; formeren; in het leven roepen; maken; ontwerpen; scheppen; vormgeven

Wiktionary: vervaardigen


Cross Translation:
FromToVia
vervaardigen tillverka manufacture — to make things
vervaardigen framställa; utarbeta; ta fram erstellen — etwas herstellen, erbauen, errichten
vervaardigen göra fabriquerexécuter ou faire exécuter certains ouvrages suivant les procédés d’un art mécanique, en atelier ou en usine.

vervaardigd:

vervaardigd bijvoeglijk naamwoord

  1. vervaardigd (gemaakt; geproduceerd)
    glort; glord; fabricerad; förarbetat; fabricerat

Vertaal Matrix voor vervaardigd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fabricerad gemaakt; geproduceerd; vervaardigd
fabricerat gemaakt; geproduceerd; vervaardigd
förarbetat gemaakt; geproduceerd; vervaardigd
glord gemaakt; geproduceerd; vervaardigd
glort gemaakt; geproduceerd; vervaardigd

Verwante vertalingen van vervaardigen