Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verstrooidheid:
  2. verstrooid:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verstrooidheid (Nederlands) in het Zweeds

verstrooidheid:

verstrooidheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de verstrooidheid (afwezigheid)
    bortkommen; avkommande

Vertaal Matrix voor verstrooidheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avkommande afwezigheid; verstrooidheid
bortkommen afwezigheid; verstrooidheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bortkommen kwijt; verloren; vermist; weg; zoek

Verwante woorden van "verstrooidheid":


Wiktionary: verstrooidheid


Cross Translation:
FromToVia
verstrooidheid försjunkenhet absorbement — (vieilli) rare|fr État d’une personne absorbée.

verstrooid:

verstrooid bijvoeglijk naamwoord

  1. verstrooid (verspreid)
    spritt; strödd; tunnsått; strött; tunnsådd

Vertaal Matrix voor verstrooid:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spritt verspreid; verstrooid gespreid
strödd verspreid; verstrooid
strött verspreid; verstrooid
tunnsådd verspreid; verstrooid
tunnsått verspreid; verstrooid

Verwante woorden van "verstrooid":


Wiktionary: verstrooid


Cross Translation:
FromToVia
verstrooid frånvarande absent — inattentive

Computer vertaling door derden: