Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. versiering:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor versiering (Nederlands) in het Zweeds

versiering:

versiering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de versiering (opsmuk; opschik; smuk)
    utsmyckning; dekoration
  2. de versiering (aankleding; inrichting; decoratie)
    påklädning; dekoration; heminredning
  3. de versiering (draperie; tooi; decoratie; )
    dekoration
  4. de versiering (uitrusting; outfit; outillage; )
    utrustning

Vertaal Matrix voor versiering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dekoration aankleding; corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; inrichting; opluistering; opschik; opsiering; opsmuk; ornamentiek; sierwerk; smuk; tooi; versiering; versiersel aankleding; bordgarneersel; decoratie; ereteken; grafisch element; onderscheiding; onderscheidingsteken; ridderorde
heminredning aankleding; decoratie; inrichting; versiering woningplattegrond
påklädning aankleding; decoratie; inrichting; versiering
utrustning benodigde; monstering; outfit; outillage; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versiering apparatuur; bewapening; gareel; gereedschap; gereedschappen; gerei; handgereedschap; handwerktuig; harnas; instrument; instrumenten; toerusting; toom; tuig; uitrusting; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken; versterken van de bewapening; werktuig; werktuigen
utsmyckning opschik; opsmuk; smuk; versiering bijou; juweel; sieraad; sierstuk

Verwante woorden van "versiering":


Wiktionary: versiering

versiering
noun
  1. iets aangebracht om het uiterlijk fraaier te maken

Cross Translation:
FromToVia
versiering dekoration decoration — that which adorns
versiering prydnande décoration — Action de décorer

Verwante vertalingen van versiering