Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verrichten (Nederlands) in het Zweeds

verrichten:

verrichten werkwoord (verricht, verrichtte, verrichtten, verricht)

  1. verrichten (doen; uitvoeren; handelen; uitrichten)
    göra; utföra; verkställa; förrätta; frambringa; uträtta
    • göra werkwoord (gör, gjorde, gjort)
    • utföra werkwoord (utför, utförde, utfört)
    • verkställa werkwoord (verkställer, verkställde, verkställt)
    • förrätta werkwoord (förrättar, förrättade, förrättat)
    • frambringa werkwoord (frambringar, frambringade, frambringat)
    • uträtta werkwoord (uträttar, uträttade, uträttat)

Conjugations for verrichten:

o.t.t.
  1. verricht
  2. verricht
  3. verricht
  4. verrichten
  5. verrichten
  6. verrichten
o.v.t.
  1. verrichtte
  2. verrichtte
  3. verrichtte
  4. verrichtten
  5. verrichtten
  6. verrichtten
v.t.t.
  1. heb verricht
  2. hebt verricht
  3. heeft verricht
  4. hebben verricht
  5. hebben verricht
  6. hebben verricht
v.v.t.
  1. had verricht
  2. had verricht
  3. had verricht
  4. hadden verricht
  5. hadden verricht
  6. hadden verricht
o.t.t.t.
  1. zal verrichten
  2. zult verrichten
  3. zal verrichten
  4. zullen verrichten
  5. zullen verrichten
  6. zullen verrichten
o.v.t.t.
  1. zou verrichten
  2. zou verrichten
  3. zou verrichten
  4. zouden verrichten
  5. zouden verrichten
  6. zouden verrichten
diversen
  1. verricht!
  2. verricht!
  3. verricht
  4. verrichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verrichten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra toedoen
utföra gehoor; gevolg; gevolg geven aan
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frambringa doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten aandragen; aanvoeren; fokken; kweken; laten zien; naar voren brengen; opfokken; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen
förrätta doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten
göra doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten fabriceren; maken; produceren; vervaardigen; voortbrengen
utföra doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; kwijten; lappen; totstandbrengen; voltrekken; voor elkaar krijgen; zich voltrekken
uträtta doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen
verkställa doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten totstandbrengen
- uitvoeren

Synoniemen voor "verrichten":


Verwante definities voor "verrichten":

  1. het (volgens plan) maken of doen1
    • jullie hebben prachtig werk verricht1

Wiktionary: verrichten