Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verprutsen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verprutsen (Nederlands) in het Zweeds

verprutsen:

verprutsen werkwoord (verpruts, verprutst, verprutste, verprutsten, verprutst)

  1. verprutsen
    joxa; knåpa; mixtra; fuska; fumla; meka; pillra
    • joxa werkwoord (joxar, joxade, joxat)
    • knåpa werkwoord (knåpar, knåpade, knåpat)
    • mixtra werkwoord (mixtrar, mixtrade, mixtrat)
    • fuska werkwoord (fuskar, fuskade, fuskat)
    • fumla werkwoord (fumlar, fumlade, fumlat)
    • meka werkwoord (mekar, mekade, mekat)
    • pillra werkwoord (pillrar, pillrade, pillrat)

Conjugations for verprutsen:

o.t.t.
  1. verpruts
  2. verprutst
  3. verprutst
  4. verprutsen
  5. verprutsen
  6. verprutsen
o.v.t.
  1. verprutste
  2. verprutste
  3. verprutste
  4. verprutsten
  5. verprutsten
  6. verprutsten
v.t.t.
  1. heb verprutst
  2. hebt verprutst
  3. heeft verprutst
  4. hebben verprutst
  5. hebben verprutst
  6. hebben verprutst
v.v.t.
  1. had verprutst
  2. had verprutst
  3. had verprutst
  4. hadden verprutst
  5. hadden verprutst
  6. hadden verprutst
o.t.t.t.
  1. zal verprutsen
  2. zult verprutsen
  3. zal verprutsen
  4. zullen verprutsen
  5. zullen verprutsen
  6. zullen verprutsen
o.v.t.t.
  1. zou verprutsen
  2. zou verprutsen
  3. zou verprutsen
  4. zouden verprutsen
  5. zouden verprutsen
  6. zouden verprutsen
diversen
  1. verpruts!
  2. verprutst!
  3. verprutst
  4. verprutsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verprutsen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fumla verprutsen frommelen; haspelen; klungelen; klunzen; knoeien; prutsen; stuntelen; tot een warboel maken; verwarren
fuska verprutsen afzetten; bedotten; fröbelen; haspelen; knutselen; modderen; prutsen; tillen; tot een warboel maken; verneuken; verwarren
joxa verprutsen
knåpa verprutsen aanmodderen; aanrommelen; aanrotzooien; fröbelen; keutelen; knoeien; knutselen; prutsen; rommelen; rotzooien; scharrelen; sleutelen
meka verprutsen
mixtra verprutsen
pillra verprutsen

Wiktionary: verprutsen


Cross Translation:
FromToVia
verprutsen fördärva spoil — ruin
verprutsen massakrera massacrertuer, égorger des hommes qui ne se défendent pas.