Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verpotten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verpotten (Nederlands) in het Zweeds

verpotten:

verpotten werkwoord (verpot, verpotte, verpotten, verpot)

  1. verpotten
    plantera om
    • plantera om werkwoord (planterar om, planterade om, planterat om)

Conjugations for verpotten:

o.t.t.
  1. verpot
  2. verpot
  3. verpot
  4. verpotten
  5. verpotten
  6. verpotten
o.v.t.
  1. verpotte
  2. verpotte
  3. verpotte
  4. verpotten
  5. verpotten
  6. verpotten
v.t.t.
  1. heb verpot
  2. hebt verpot
  3. heeft verpot
  4. hebben verpot
  5. hebben verpot
  6. hebben verpot
v.v.t.
  1. had verpot
  2. had verpot
  3. had verpot
  4. hadden verpot
  5. hadden verpot
  6. hadden verpot
o.t.t.t.
  1. zal verpotten
  2. zult verpotten
  3. zal verpotten
  4. zullen verpotten
  5. zullen verpotten
  6. zullen verpotten
o.v.t.t.
  1. zou verpotten
  2. zou verpotten
  3. zou verpotten
  4. zouden verpotten
  5. zouden verpotten
  6. zouden verpotten
diversen
  1. verpot!
  2. verpot!
  3. verpot
  4. verpottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verpotten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plantera om verpotten verpoten