Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verpakking:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verpakking (Nederlands) in het Zweeds

verpakking:

verpakking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de verpakking (omhulsel; huls; omkleedsel; omwindsel)
    förpackning; skal; omslag
    • förpackning [-en] zelfstandig naamwoord
    • skal [-ett] zelfstandig naamwoord
    • omslag [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de verpakking (emballage)
    packning; förpackning
  3. de verpakking
    förpackning

Vertaal Matrix voor verpakking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förpackning emballage; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel
omslag huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking albumhoes; banddoek; buitenkant; draagband; draagverband; halflange herenjas; hoes; huls; l.p.hoes; mitella; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; platenhoes; schifting; sortering; uitsplitsing; verschuiving
packning emballage; verpakking bagage; bepakking; leertje; pakking; sluitring
skal huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; verpakking bolster; chassis; dop; geraamte; peul; schaal; schelp; schil; vel; weergave

Wiktionary: verpakking


Cross Translation:
FromToVia
verpakking tomförpackning Leergut — leeres Behältnis bzw. Verpackung
verpakking omslag wrapper — something that is wrapped around something else as a cover or protection