Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verouderd:
  2. verouderen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verouderd (Nederlands) in het Zweeds

verouderd:

verouderd bijvoeglijk naamwoord

  1. verouderd (ouderwets; onmodern)
    gammaldags; omodernt
  2. verouderd
    äldre; föråldrad; bakåtkompatibel

Vertaal Matrix voor verouderd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
äldre oudelui; ouderen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakåtkompatibel compatibel met eerdere versies; oudere functie
föråldrad verouderd verjaard; verouderend
äldre verouderd bejaard; oudere functie; ouwelijk
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bakåtkompatibel verouderd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gammaldags onmodern; ouderwets; verouderd
omodernt onmodern; ouderwets; verouderd ouderwetse

Wiktionary: verouderd


Cross Translation:
FromToVia
verouderd ålderdomlig; arkaisk archaic — old-fashioned or antiquated
verouderd förlegad obsolete — no longer in use
verouderd antikverad antiquiertveraltet, aber noch nicht völlig außer Gebrauch und vergessen
verouderd obsolet; föråldrad obsoletüberholt, veraltet, ungebräuchlich, überflüssig geworden

verouderd vorm van verouderen:

verouderen werkwoord (verouder, veroudert, verouderde, verouderden, verouderd)

  1. verouderen
    bli gammal
    • bli gammal werkwoord (blir gammal, blev gammal, blivit gammal)

Conjugations for verouderen:

o.t.t.
  1. verouder
  2. veroudert
  3. veroudert
  4. verouderen
  5. verouderen
  6. verouderen
o.v.t.
  1. verouderde
  2. verouderde
  3. verouderde
  4. verouderden
  5. verouderden
  6. verouderden
v.t.t.
  1. ben verouderd
  2. bent verouderd
  3. is verouderd
  4. zijn verouderd
  5. zijn verouderd
  6. zijn verouderd
v.v.t.
  1. was verouderd
  2. was verouderd
  3. was verouderd
  4. waren verouderd
  5. waren verouderd
  6. waren verouderd
o.t.t.t.
  1. zal verouderen
  2. zult verouderen
  3. zal verouderen
  4. zullen verouderen
  5. zullen verouderen
  6. zullen verouderen
o.v.t.t.
  1. zou verouderen
  2. zou verouderen
  3. zou verouderen
  4. zouden verouderen
  5. zouden verouderen
  6. zouden verouderen
diversen
  1. verouder!
  2. veroudert!
  3. verouderd
  4. verouderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verouderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bli gammal verouderen

Wiktionary: verouderen


Cross Translation:
FromToVia
verouderen åldras age — intransitive: become old