Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verleden (Nederlands) in het Zweeds
verleden:
-
het verleden
Vertaal Matrix voor verleden:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
förflutet | verleden | |
förgånget | verleden | |
sista | achterste; hekkensluiters; laatste; laatsten; vorige | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | vorig | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
föregående | vorige activiteit | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
föregående | afgelopen; verleden; vorig | tevoren; van tevoren; vooraf; vooropgaand; vooruitgaand |
förflutet | beëindigd; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij | |
sista | afgelopen; verleden; vorig | jongstleden |