Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verleden tijd:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verleden tijd (Nederlands) in het Zweeds

verleden tijd:

verleden tijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de verleden tijd (onvoltooid verleden tijd; o.v.t.)
    i svunnen tid

Vertaal Matrix voor verleden tijd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
i svunnen tid o.v.t.; onvoltooid verleden tijd; verleden tijd

Wiktionary: verleden tijd


Cross Translation:
FromToVia
verleden tijd preteritum; förfluten tid; imperfekt past tense — form of language
verleden tijd preteritum preterite — preterite tense; simple past

Verwante vertalingen van verleden tijd