Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verkeerd (Nederlands) in het Zweeds
verkeerd:
-
verkeerd (onjuist; foutief; ten onrechte; fout; ernaast; onwaar; mis)
-
verkeerd (onkies; ongepast; onvertogen)
opassande; fräckt; oanständigt; taktlös; taktlöst-
opassande bijvoeglijk naamwoord
-
fräckt bijvoeglijk naamwoord
-
oanständigt bijvoeglijk naamwoord
-
taktlös bijvoeglijk naamwoord
-
taktlöst bijvoeglijk naamwoord
-
-
verkeerd (abusievelijk; ten onrechte)
-
verkeerd (averechts)
olycklig; tvärtom; olyckligt; ofördelaktigt-
olycklig bijvoeglijk naamwoord
-
tvärtom bijvoeglijk naamwoord
-
olyckligt bijvoeglijk naamwoord
-
ofördelaktigt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verkeerd:
Verwante woorden van "verkeerd":
Synoniemen voor "verkeerd":
Antoniemen van "verkeerd":
Verwante definities voor "verkeerd":
Wiktionary: verkeerd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verkeerd | → olämplig; opassande; ful | ↔ bad — seemingly non-appropriate, in manners |
• verkeerd | → grädde; mjölk | ↔ light — coffee: served with extra milk or cream |
• verkeerd | → fel; felaktig; inkorrekt | ↔ wrong — incorrect |
• verkeerd | → fel | ↔ wrong — immoral |
• verkeerd | → fel | ↔ wrong — improper |
• verkeerd | → fel | ↔ wrong — not working |
• verkeerd | → fel | ↔ wrong — done incorrectly |
• verkeerd | → fel | ↔ falsch — unrichtig (durch Irrtum oder Unwissenheit), tatsächlich anders |
• verkeerd | → lagstridig; oegentlig | ↔ abusif — Où il y a abus, qui est contraire à l’ordre, aux règles, aux lois. |
• verkeerd | → an; dålig; ful; illa; ond; slätt; stygg | ↔ mauvais — défavorable ; qui cause une impression défavorable. |
verkeren:
-
verkeren (ergens verkeren)
-
verkeren (omgaan met)
Conjugations for verkeren:
o.t.t.
- verkeer
- verkeert
- verkeert
- verkeren
- verkeren
- verkeren
o.v.t.
- verkeerde
- verkeerde
- verkeerde
- verkeerden
- verkeerden
- verkeerden
v.t.t.
- heb verkeerd
- hebt verkeerd
- heeft verkeerd
- hebben verkeerd
- hebben verkeerd
- hebben verkeerd
v.v.t.
- had verkeerd
- had verkeerd
- had verkeerd
- hadden verkeerd
- hadden verkeerd
- hadden verkeerd
o.t.t.t.
- zal verkeren
- zult verkeren
- zal verkeren
- zullen verkeren
- zullen verkeren
- zullen verkeren
o.v.t.t.
- zou verkeren
- zou verkeren
- zou verkeren
- zouden verkeren
- zouden verkeren
- zouden verkeren
diversen
- verkeer!
- verkeert!
- verkeerd
- verkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verkeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
datera | omgaan met; verkeren | dagtekenen; dateren |
vara någonstans | ergens verkeren; verkeren |
Verwante definities voor "verkeren":
Wiktionary: verkeren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verkeren | → frekventera | ↔ fréquenter — aller souvent dans un lieu. |