Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verhevigen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verhevigen (Nederlands) in het Zweeds

verhevigen:

verhevigen werkwoord (verhevig, verhevigt, verhevigde, verhevigden, verhevigd)

  1. verhevigen (intensiveren; versterken; aanscherpen; toespitsen)
    förstärka; stärka; fördjupa; intensifiera
    • förstärka werkwoord (förstärker, förstärkte, förstärkt)
    • stärka werkwoord (stärker, stärkte, stärkt)
    • fördjupa werkwoord (fördjuper, fördjupte, fördjupt)
    • intensifiera werkwoord (intensifierar, intensifierade, intensifierat)

Conjugations for verhevigen:

o.t.t.
  1. verhevig
  2. verhevigt
  3. verhevigt
  4. verhevigen
  5. verhevigen
  6. verhevigen
o.v.t.
  1. verhevigde
  2. verhevigde
  3. verhevigde
  4. verhevigden
  5. verhevigden
  6. verhevigden
v.t.t.
  1. heb verhevigd
  2. hebt verhevigd
  3. heeft verhevigd
  4. hebben verhevigd
  5. hebben verhevigd
  6. hebben verhevigd
v.v.t.
  1. had verhevigd
  2. had verhevigd
  3. had verhevigd
  4. hadden verhevigd
  5. hadden verhevigd
  6. hadden verhevigd
o.t.t.t.
  1. zal verhevigen
  2. zult verhevigen
  3. zal verhevigen
  4. zullen verhevigen
  5. zullen verhevigen
  6. zullen verhevigen
o.v.t.t.
  1. zou verhevigen
  2. zou verhevigen
  3. zou verhevigen
  4. zouden verhevigen
  5. zouden verhevigen
  6. zouden verhevigen
diversen
  1. verhevig!
  2. verhevigt!
  3. verhevigd
  4. verhevigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verhevigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fördjupa aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken uitdiepen; verdiepen
förstärka aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken sterker maken
intensifiera aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken
stärka aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken consolideren; sterker maken; stijf maken; stijven; verstevigen