Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verheven (Nederlands) in het Zweeds
verheven:
-
verheven (hoogstaand; edel)
-
verheven (gedistingeerd; beroemd; voornaam; illuster; hooggeplaatst; adelijk; gewichtig; aanzienlijk; doorluchtig)
distingerat; ansett; högt uppsatt; framstående-
distingerat bijvoeglijk naamwoord
-
ansett bijvoeglijk naamwoord
-
högt uppsatt bijvoeglijk naamwoord
-
framstående bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verheven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
framstående | voorbedachtheid | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ansett | aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam | |
distingerat | aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam | |
framstående | aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam | befaamd; deftig; eruitspringend; geacht; gedistingeerd; hooggeplaatst; hooggezeten; onafgelost; opvallend; prominent; uitsteken; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam |
högt uppsatt | aanzienlijk; adelijk; beroemd; doorluchtig; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; verheven; voornaam | |
sublim | edel; hoogstaand; verheven | |
upphöjt | edel; hoogstaand; verheven | getogen; opgevoed |
Verwante woorden van "verheven":
Wiktionary: verheven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verheven | → gudomlig | ↔ divin — Qui est de Dieu, qui appartenir à Dieu, à un dieu. |
• verheven | → ljudelig; ljudlig | ↔ haut — Qui élever. — note Par opposition à bas et à petit, en parlant d’un objet considérer par rapport à tous les autres objets du même genre, ou seulement par comparaison à un ou à plusieurs autres. |
verheffen:
-
verheffen (opstaan; gaan staan; omhoogkomen)
Conjugations for verheffen:
o.t.t.
- verhef
- verheft
- verheft
- verheffen
- verheffen
- verheffen
o.v.t.
- verhief
- verhief
- verhief
- verhieven
- verhieven
- verhieven
v.t.t.
- heb verheven
- hebt verheven
- heeft verheven
- hebben verheven
- hebben verheven
- hebben verheven
v.v.t.
- had verheven
- had verheven
- had verheven
- hadden verheven
- hadden verheven
- hadden verheven
o.t.t.t.
- zal verheffen
- zult verheffen
- zal verheffen
- zullen verheffen
- zullen verheffen
- zullen verheffen
o.v.t.t.
- zou verheffen
- zou verheffen
- zou verheffen
- zouden verheffen
- zouden verheffen
- zouden verheffen
diversen
- verhef!
- verheft!
- verheven
- verheffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verheffen (verering; eerbiedigen; aanbidden; verheerlijking; eerbied)
Vertaal Matrix voor verheffen:
Wiktionary: verheffen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verheffen | → hissa; upphisa; upphäva; upphöja | ↔ lever — Faire qu’une chose être plus haut qu’elle n’était. |
• verheffen | → hissa; upphisa; upphäva; upphöja | ↔ soulever — lever à une faible hauteur. |
• verheffen | → hissa; upphisa; upphäva; upphöja | ↔ élever — Traductions à trier suivant le sens |
Computer vertaling door derden: