Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verhaasten (Nederlands) in het Zweeds
verhaasten:
-
verhaasten (bespoedigen; versnellen; accelereren)
Conjugations for verhaasten:
o.t.t.
- verhaast
- verhaast
- verhaast
- verhaasten
- verhaasten
- verhaasten
o.v.t.
- verhaastte
- verhaastte
- verhaastte
- verhaastten
- verhaastten
- verhaastten
v.t.t.
- heb verhaast
- hebt verhaast
- heeft verhaast
- hebben verhaast
- hebben verhaast
- hebben verhaast
v.v.t.
- had verhaast
- had verhaast
- had verhaast
- hadden verhaast
- hadden verhaast
- hadden verhaast
o.t.t.t.
- zal verhaasten
- zult verhaasten
- zal verhaasten
- zullen verhaasten
- zullen verhaasten
- zullen verhaasten
o.v.t.t.
- zou verhaasten
- zou verhaasten
- zou verhaasten
- zouden verhaasten
- zouden verhaasten
- zouden verhaasten
diversen
- verhaast!
- verhaast!
- verhaast
- verhaastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verhaasten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
accelerera | accelereren; bespoedigen; verhaasten; versnellen | accelereren; gas geven; optrekken van auto |
Wiktionary: verhaasten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verhaasten | → jäkta; skynda på | ↔ hasten — to make someone/something speed up |
• verhaasten | → uppmuntra | ↔ encourager — inciter à avoir du courage. |
• verhaasten | → gynna; befrämja; unna | ↔ favoriser — traiter avec les signes d’une préférence ou d'une bienveillance marquer. |
• verhaasten | → trycka | ↔ presser — exercer une pression, serrer plus ou moins fort. |