Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vergoddelijken (Nederlands) in het Zweeds
vergoddelijken:
vergoddelijken werkwoord (vergoddelijk, vergoddelijkt, vergoddelijkte, vergoddelijkten, vergoddelijkt)
-
vergoddelijken
Conjugations for vergoddelijken:
o.t.t.
- vergoddelijk
- vergoddelijkt
- vergoddelijkt
- vergoddelijken
- vergoddelijken
- vergoddelijken
o.v.t.
- vergoddelijkte
- vergoddelijkte
- vergoddelijkte
- vergoddelijkten
- vergoddelijkten
- vergoddelijkten
v.t.t.
- heb vergoddelijkt
- hebt vergoddelijkt
- heeft vergoddelijkt
- hebben vergoddelijkt
- hebben vergoddelijkt
- hebben vergoddelijkt
v.v.t.
- had vergoddelijkt
- had vergoddelijkt
- had vergoddelijkt
- hadden vergoddelijkt
- hadden vergoddelijkt
- hadden vergoddelijkt
o.t.t.t.
- zal vergoddelijken
- zult vergoddelijken
- zal vergoddelijken
- zullen vergoddelijken
- zullen vergoddelijken
- zullen vergoddelijken
o.v.t.t.
- zou vergoddelijken
- zou vergoddelijken
- zou vergoddelijken
- zouden vergoddelijken
- zouden vergoddelijken
- zouden vergoddelijken
diversen
- vergoddelijk!
- vergoddelijkt!
- vergoddelijkt
- vergoddelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor vergoddelijken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avguda | vergoddelijken | |
dyrka | vergoddelijken | aanbidden; adoreren; verafgoden |
upphöja till gud | vergoddelijken |