Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verdragend:
  2. verdragen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdragend (Nederlands) in het Zweeds

verdragend:

verdragend bijvoeglijk naamwoord

  1. verdragend (uithoudend)
    bestående; varaktigt

Vertaal Matrix voor verdragend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestående uithoudend; verdragend aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
varaktigt uithoudend; verdragend bestendig; duurzaam; duurzame; onveranderlijk

verdragen:

verdragen werkwoord (verdraag, verdraagt, verdroeg, verdroegen, verdragen)

  1. verdragen (doorstaan; doorleven; verteren; verduren)
    fördraga; lida; tåla; uthärda
    • fördraga werkwoord (fördrager, fördrog, fördragit)
    • lida werkwoord (lider, led, lidit)
    • tåla werkwoord (tålar, tålade, tålat)
    • uthärda werkwoord (uthärdar, uthärdade, uthärdat)
  2. verdragen (velen; dulden)
    utstå; orka; bära; uthärda
    • utstå werkwoord (utstår, utstod, utstått)
    • orka werkwoord (orkar, orkade, orkat)
    • bära werkwoord (bär, bar, burit)
    • uthärda werkwoord (uthärdar, uthärdade, uthärdat)
  3. verdragen (uithouden; dragen; volhouden; )
    bära; uthärda; stå ut med
    • bära werkwoord (bär, bar, burit)
    • uthärda werkwoord (uthärdar, uthärdade, uthärdat)
    • stå ut med werkwoord (står ut med, stod ut med, stått ut med)

Conjugations for verdragen:

o.t.t.
  1. verdraag
  2. verdraagt
  3. verdraagt
  4. verdragen
  5. verdragen
  6. verdragen
o.v.t.
  1. verdroeg
  2. verdroeg
  3. verdroeg
  4. verdroegen
  5. verdroegen
  6. verdroegen
v.t.t.
  1. heb verdragen
  2. hebt verdragen
  3. heeft verdragen
  4. hebben verdragen
  5. hebben verdragen
  6. hebben verdragen
v.v.t.
  1. had verdragen
  2. had verdragen
  3. had verdragen
  4. hadden verdragen
  5. hadden verdragen
  6. hadden verdragen
o.t.t.t.
  1. zal verdragen
  2. zult verdragen
  3. zal verdragen
  4. zullen verdragen
  5. zullen verdragen
  6. zullen verdragen
o.v.t.t.
  1. zou verdragen
  2. zou verdragen
  3. zou verdragen
  4. zouden verdragen
  5. zouden verdragen
  6. zouden verdragen
diversen
  1. verdraag!
  2. verdraagt!
  3. verdragen
  4. verdragend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verdragen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bära doorstaan; dragen; dulden; harden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; volhouden aan hebben; dragen; gebukt gaan onder; iets transporteren; ondersteunen; rugsteunen; sjouwen; steunen; torsen; verstouwen; verstuwen; vervoeren; zeulen
fördraga doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren
lida doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren lijden
orka dulden; velen; verdragen fiksen; flikken; klaarspelen; voor elkaar krijgen
stå ut med doorstaan; dragen; dulden; harden; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; volhouden aanleunen; aanvaarden; accepteren; voor lief nemen; welgevallen; zich laten gevallen; zich laten welgevallen
tåla doorleven; doorstaan; verdragen; verduren; verteren aanleunen; doormaken; lijden; welgevallen; zich laten welgevallen
uthärda doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden doormaken; verstouwen; verstuwen
utstå dulden; velen; verdragen lijden

Wiktionary: verdragen


Cross Translation:
FromToVia
verdragen uthärda; tåla bear — put up with
verdragen tolerera tolerate — to allow without interference
verdragen uthärda; tåla; lida endurersouffrir, supporter avec fermeté, constance.
verdragen stå sig soutenir — Se tenir debout, se tenir droit. (Sens général).
verdragen tåla; tolerera tolérersupporter.