Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verdiept:
  2. verdiepen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdiept (Nederlands) in het Zweeds

verdiept:


verdiepen:

verdiepen werkwoord (verdiep, verdiept, verdiepte, verdiepten, verdiept)

  1. verdiepen
    fördjupa; göra djupare
    • fördjupa werkwoord (fördjuper, fördjupte, fördjupt)
    • göra djupare werkwoord (gör djupare, gjorde djupare, gjort djupare)

Conjugations for verdiepen:

o.t.t.
  1. verdiep
  2. verdiept
  3. verdiept
  4. verdiepen
  5. verdiepen
  6. verdiepen
o.v.t.
  1. verdiepte
  2. verdiepte
  3. verdiepte
  4. verdiepten
  5. verdiepten
  6. verdiepten
v.t.t.
  1. heb verdiept
  2. hebt verdiept
  3. heeft verdiept
  4. hebben verdiept
  5. hebben verdiept
  6. hebben verdiept
v.v.t.
  1. had verdiept
  2. had verdiept
  3. had verdiept
  4. hadden verdiept
  5. hadden verdiept
  6. hadden verdiept
o.t.t.t.
  1. zal verdiepen
  2. zult verdiepen
  3. zal verdiepen
  4. zullen verdiepen
  5. zullen verdiepen
  6. zullen verdiepen
o.v.t.t.
  1. zou verdiepen
  2. zou verdiepen
  3. zou verdiepen
  4. zouden verdiepen
  5. zouden verdiepen
  6. zouden verdiepen
diversen
  1. verdiep!
  2. verdiept!
  3. verdiept
  4. verdiepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verdiepen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fördjupa verdiepen aanscherpen; intensiveren; toespitsen; uitdiepen; verhevigen; versterken
göra djupare verdiepen

Wiktionary: verdiepen


Cross Translation:
FromToVia
verdiepen engagera; fängsla; uppta; helt; uppsluka absorb — to occupy fully (4)

Computer vertaling door derden: