Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verbreking:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verbreking (Nederlands) in het Zweeds

verbreking:

verbreking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de verbreking (segregatie; scheiding)
    uppdelning; avskiljande; avsöndring
  2. de verbreking (interruptie; onderbreking; breuk)
    avbrott; inbrytande

Vertaal Matrix voor verbreking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avbrott breuk; interruptie; onderbreking; verbreking IRQ; interrupt; interruptaanvraag; onderbreken; onderbreking; pauze; reces; speelkwartier; storing; tussenpoos; verbreken; verderf
avskiljande scheiding; segregatie; verbreking afscheiding; afsplitsing
avsöndring scheiding; segregatie; verbreking
inbrytande breuk; interruptie; onderbreking; verbreking
uppdelning scheiding; segregatie; verbreking afdeling; divisie; hoofdgroep; sectie; verdeling