Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verboden:
  2. verbieden:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verboden (Nederlands) in het Zweeds

verboden:

verboden bijvoeglijk naamwoord

  1. verboden (wederrechtelijk; illegaal; onwettelijk; )
    olagligt; olaglig; illegal; illegalt
  2. verboden (wederrechtelijk; ongeoorloofd; onwettelijk; )
    olagligt; olaglig

Vertaal Matrix voor verboden:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
illegal illegaal; ongeoorloofd; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; verboden; wederrechtelijk criminele; wederrechtelijke
illegalt illegaal; ongeoorloofd; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; verboden; wederrechtelijk criminele; illegaal; onrechtmatig; onwettig; verboden bij de wet; wederrechtelijke
olaglig illegaal; illegitiem; ongeoorloofd; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; verboden; wederrechtelijk illegaal; onrechtmatig; onwettig; verboden bij de wet
olagligt illegaal; illegitiem; ongeoorloofd; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; verboden; wederrechtelijk criminele; illegaal; onrechtmatig; onwettig; verboden bij de wet; wederrechtelijke

Verwante woorden van "verboden":

  • verbodene

Wiktionary: verboden


Cross Translation:
FromToVia
verboden förbjudet att; ingen; förbjuden; förbjudet no — used to show an activity is forbidden
verboden förbjuden interdit — Défendu par la loi ou la morale

verbieden:

verbieden werkwoord (verbied, verbiedt, verbood, verboden, verboden)

  1. verbieden
    förbjuda
    • förbjuda werkwoord (förbjuder, förbjöd, förbjudit)

Conjugations for verbieden:

o.t.t.
  1. verbied
  2. verbiedt
  3. verbiedt
  4. verbieden
  5. verbieden
  6. verbieden
o.v.t.
  1. verbood
  2. verbood
  3. verbood
  4. verboden
  5. verboden
  6. verboden
v.t.t.
  1. heb verboden
  2. hebt verboden
  3. heeft verboden
  4. hebben verboden
  5. hebben verboden
  6. hebben verboden
v.v.t.
  1. had verboden
  2. had verboden
  3. had verboden
  4. hadden verboden
  5. hadden verboden
  6. hadden verboden
o.t.t.t.
  1. zal verbieden
  2. zult verbieden
  3. zal verbieden
  4. zullen verbieden
  5. zullen verbieden
  6. zullen verbieden
o.v.t.t.
  1. zou verbieden
  2. zou verbieden
  3. zou verbieden
  4. zouden verbieden
  5. zouden verbieden
  6. zouden verbieden
diversen
  1. verbied!
  2. verbiedt!
  3. verboden
  4. verbiedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verbieden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förbjuda verbieden

Antoniemen van "verbieden":


Verwante definities voor "verbieden":

  1. zeggen dat het niet mag1
    • de dokter heeft mij het werken verboden1

Wiktionary: verbieden


Cross Translation:
FromToVia
verbieden förbjuda; utesluta bar — to prohibit
verbieden förbjuda forbid — to disallow
verbieden förbjuda; beskydda; avvärja forfend — prohibit; forbid; avert
verbieden förbjuda prohibit — to proscribe
verbieden förbjuda verbieten — Unterlassung fordern
verbieden förbjuda interdiredéfendre quelque chose à quelqu’un, ne pas lui permettre par une décision d'autorité.

Verwante vertalingen van verboden