Nederlands
Uitgebreide vertaling voor variërend (Nederlands) in het Zweeds
variërend:
-
variërend (variabel)
variabel; ostadig; ostadigt; föränderlig; ombytligt; föränderligt; växlandet-
variabel bijvoeglijk naamwoord
-
ostadig bijvoeglijk naamwoord
-
ostadigt bijvoeglijk naamwoord
-
föränderlig bijvoeglijk naamwoord
-
ombytligt bijvoeglijk naamwoord
-
föränderligt bijvoeglijk naamwoord
-
växlandet bijvoeglijk naamwoord
-
-
variërend (wisselend; wisselvallig)
Vertaal Matrix voor variërend:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
variabel | variabele; variabiliteit | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
föränderlig | variabel; variërend | variabele |
föränderligt | variabel; variërend | variabele |
ombytlig | variërend; wisselend; wisselvallig | |
ombytligt | variabel; variërend; wisselend; wisselvallig | grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; variabele; wispelturig |
ostadig | variabel; variërend | beverig; inconsistent; insolide; los; onstabiel; onvast; rank; schommelend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wiebelig |
ostadigt | variabel; variërend | beverig; inconsistent; insolide; los; onstabiel; onvast; rank; schommelend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wiebelig |
variabel | variabel; variërend; wisselend; wisselvallig | |
variabelt | variërend; wisselend; wisselvallig | variabele |
växlandet | variabel; variërend | fragmentarisch; variabele |