Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vaardig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vaardig (Nederlands) in het Zweeds

vaardig:

vaardig bijvoeglijk naamwoord

  1. vaardig (behendig; handig; bekwaam; kundig)
    skickligt; händigt; kunnigt; duktig; kunnig; duktigt; fingerfärdig; fingerfärdigt
  2. vaardig (ingenieus; knap; vindingrijk; )
    behändigt; behändig

Vertaal Matrix voor vaardig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behändig briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
behändigt briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
duktig behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; volleerd
duktigt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig competent; deskundig; fysiek in staat; gevat; in staat; oordeelkundig; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; ter zake kundig; uitgeslapen; vakbekwaam; vakkundig; volleerd
fingerfärdig behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig
fingerfärdigt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig
händigt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig
kunnig behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig bedreven; bekwaam; competent; deskundig; geoefend; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; volleerd
kunnigt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig bedreven; bekwaam; competent; deskundig; geoefend; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig; volleerd
skickligt behendig; bekwaam; handig; kundig; vaardig bevoegd; bij de pinken; clever; goochem; kien; schrander; slim; uitgeslapen; volleerd

Verwante woorden van "vaardig":

  • vaardigheid, vaardiger, vaardigere, vaardigst, vaardigste, vaardige

Wiktionary: vaardig


Cross Translation:
FromToVia
vaardig skicklig adroit — Qui a de l’adresse. (Sens général).