Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uitscheiding:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitscheiding (Nederlands) in het Zweeds

uitscheiding:

uitscheiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitscheiding (uitwerpselen; feces; beer; fecaliën; excrementen)
    avföringar; bajs; exkrementer; skit

Vertaal Matrix voor uitscheiding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avföringar beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
bajs beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
exkrementer beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
skit beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen bezinksel; dik; drab; drek; droesem; drol; galbak; grondsop; hoop; kak; keutel; mest; moer; poep; schijt; stront; stuk poep; uitwerpsel; zetsel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skit bliksems; shit; verdraaid; verduiveld