Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitscheiding (Nederlands) in het Zweeds
uitscheiding:
-
de uitscheiding (uitwerpselen; feces; beer; fecaliën; excrementen)
avföringar; bajs; exkrementer; skit-
avföringar zelfstandig naamwoord
-
exkrementer zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor uitscheiding:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
avföringar | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | |
bajs | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | |
exkrementer | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | |
skit | beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen | bezinksel; dik; drab; drek; droesem; drol; galbak; grondsop; hoop; kak; keutel; mest; moer; poep; schijt; stront; stuk poep; uitwerpsel; zetsel |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skit | bliksems; shit; verdraaid; verduiveld |