Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitleveren (Nederlands) in het Zweeds
uitleveren:
-
uitleveren (capituleren; opgeven; zich overgeven; overgeven)
Conjugations for uitleveren:
o.t.t.
- lever uit
- levert uit
- levert uit
- leveren uit
- leveren uit
- leveren uit
o.v.t.
- leverde uit
- leverde uit
- leverde uit
- leverden uit
- leverden uit
- leverden uit
v.t.t.
- heb uitgeleeefd
- hebt uitgeleeefd
- heeft uitgeleeefd
- hebben uitgeleeefd
- hebben uitgeleeefd
- hebben uitgeleeefd
v.v.t.
- had uitgeleeefd
- had uitgeleeefd
- had uitgeleeefd
- hadden uitgeleeefd
- hadden uitgeleeefd
- hadden uitgeleeefd
o.t.t.t.
- zal uitleveren
- zult uitleveren
- zal uitleveren
- zullen uitleveren
- zullen uitleveren
- zullen uitleveren
o.v.t.t.
- zou uitleveren
- zou uitleveren
- zou uitleveren
- zouden uitleveren
- zouden uitleveren
- zouden uitleveren
en verder
- ben uitgeleeefd
- bent uitgeleeefd
- is uitgeleeefd
- zijn uitgeleeefd
- zijn uitgeleeefd
- zijn uitgeleeefd
diversen
- lever uit!
- levert uit!
- uitgeleeefd
- uitlevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitleveren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ge upp | capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren; zich overgeven | capituleren; de brui geven aan; ermee uitscheiden; erop achteruitgaan; geld inleveren; opgeven; ophouden; overgeven; staken; stoppen; strijd opgeven; toegeven; uitscheiden; zich over geven; zich overgeven |
kapitulera | capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren; zich overgeven | capituleren; opgeven; zich overgeven |
överlämna sig | capituleren; opgeven; overgeven; uitleveren; zich overgeven | zich overgeven |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ge upp | brui |
Verwante definities voor "uitleveren":
Wiktionary: uitleveren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitleveren | → utlämna | ↔ extradite — to remove a person from one state to another by legal process |
• uitleveren | → skeppa; frakta | ↔ ship — to send a parcel or container |