Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitkafferen (Nederlands) in het Zweeds
uitkafferen:
-
uitkafferen (uitfoeteren; uitschelden; uitvloeken)
Conjugations for uitkafferen:
o.t.t.
- kaffer uit
- kaffert uit
- kaffert uit
- kafferen uit
- kafferen uit
- kafferen uit
o.v.t.
- kafferde uit
- kafferde uit
- kafferde uit
- kafferden uit
- kafferden uit
- kafferden uit
v.t.t.
- heb uitgekafferd
- hebt uitgekafferd
- heeft uitgekafferd
- hebben uitgekafferd
- hebben uitgekafferd
- hebben uitgekafferd
v.v.t.
- had uitgekafferd
- had uitgekafferd
- had uitgekafferd
- hadden uitgekafferd
- hadden uitgekafferd
- hadden uitgekafferd
o.t.t.t.
- zal uitkafferen
- zult uitkafferen
- zal uitkafferen
- zullen uitkafferen
- zullen uitkafferen
- zullen uitkafferen
o.v.t.t.
- zou uitkafferen
- zou uitkafferen
- zou uitkafferen
- zouden uitkafferen
- zouden uitkafferen
- zouden uitkafferen
en verder
- ben uitgekafferd
- bent uitgekafferd
- is uitgekafferd
- zijn uitgekafferd
- zijn uitgekafferd
- zijn uitgekafferd
diversen
- kaffer uit!
- kaffert uit!
- uitgekafferd
- uitkafferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitkafferen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skälla ut | afsnauwen; uitvallen tegen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gräla på | uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken | beknorren |
skälla ut | uitfoeteren; uitkafferen; uitschelden; uitvloeken | intimideren; ringeloren; tiranniseren; uitbrander geven |
Wiktionary: uitkafferen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitkafferen | → förebrå; förevita; råma; hota | ↔ gronder — Faire entendre un bruit sourd, parler des animaux, du tonnerre ou du vent. |
• uitkafferen | → förebrå; förevita | ↔ sermonner — (familier, fr) Faire des remontrances ennuyeux et hors de propos. |