Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uitgeven aan:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitgeven aan (Nederlands) in het Zweeds

uitgeven aan:

uitgeven aan werkwoord (geef uit aan, geeft uit aan, gaf uit aan, gaven uit aan, uitgegeven aan)

  1. uitgeven aan
    spendera på; lägga ut på
    • spendera på werkwoord (spenderar på, spenderade på, spenderat på)
    • lägga ut på werkwoord (lägger ut på, lade ut på, lagt ut på)

Conjugations for uitgeven aan:

o.t.t.
  1. geef uit aan
  2. geeft uit aan
  3. geeft uit aan
  4. geven uit aan
  5. geven uit aan
  6. geven uit aan
o.v.t.
  1. gaf uit aan
  2. gaf uit aan
  3. gaf uit aan
  4. gaven uit aan
  5. gaven uit aan
  6. gaven uit aan
v.t.t.
  1. heb uitgegeven aan
  2. hebt uitgegeven aan
  3. heeft uitgegeven aan
  4. hebben uitgegeven aan
  5. hebben uitgegeven aan
  6. hebben uitgegeven aan
v.v.t.
  1. had uitgegeven aan
  2. had uitgegeven aan
  3. had uitgegeven aan
  4. hadden uitgegeven aan
  5. hadden uitgegeven aan
  6. hadden uitgegeven aan
o.t.t.t.
  1. zal uitgeven aan
  2. zult uitgeven aan
  3. zal uitgeven aan
  4. zullen uitgeven aan
  5. zullen uitgeven aan
  6. zullen uitgeven aan
o.v.t.t.
  1. zou uitgeven aan
  2. zou uitgeven aan
  3. zou uitgeven aan
  4. zouden uitgeven aan
  5. zouden uitgeven aan
  6. zouden uitgeven aan
en verder
  1. ben uitgegeven aan
  2. bent uitgegeven aan
  3. is uitgegeven aan
  4. zijn uitgegeven aan
  5. zijn uitgegeven aan
  6. zijn uitgegeven aan
diversen
  1. geef uit aan!
  2. geeft uit aan!
  3. uitgegeven aan
  4. uitgevend aan
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitgeven aan:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lägga ut på uitgeven aan
spendera på uitgeven aan

Verwante vertalingen van uitgeven aan