Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitgestorven (Nederlands) in het Zweeds
uitgestorven:
-
uitgestorven
Vertaal Matrix voor uitgestorven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
öde | fortuintje; levenslot; lot; lotsbestemming; predestinatie; voorbeschikking | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
folktomt | uitgestorven | |
öde | uitgestorven | afgezonderd; desolaat; dor; eenzaam; schraal; verlaten |
ödslig | uitgestorven | vereenzaamd |
ödsligt | uitgestorven | dor; schraal; vereenzaamd |
Verwante woorden van "uitgestorven":
Wiktionary: uitgestorven
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitgestorven | → utdöd | ↔ extinct — having died out |
• uitgestorven | → utdöd | ↔ ausgestorben — beschreibt eine Tierart oder Pflanzenart, die nicht mehr vorhanden ist |
uitgestorven vorm van uitsterven:
-
uitsterven (sterven; ophouden; afsterven)
-
uitsterven (ophouden te bestaan)
Conjugations for uitsterven:
o.t.t.
- sterf uit
- sterft uit
- sterft uit
- sterven uit
- sterven uit
- sterven uit
o.v.t.
- stierf uit
- stierf uit
- stierf uit
- stierven uit
- stierven uit
- stierven uit
v.t.t.
- ben uitgestorven
- bent uitgestorven
- is uitgestorven
- zijn uitgestorven
- zijn uitgestorven
- zijn uitgestorven
v.v.t.
- was uitgestorven
- was uitgestorven
- was uitgestorven
- waren uitgestorven
- waren uitgestorven
- waren uitgestorven
o.t.t.t.
- zal uitsterven
- zult uitsterven
- zal uitsterven
- zullen uitsterven
- zullen uitsterven
- zullen uitsterven
o.v.t.t.
- zou uitsterven
- zou uitsterven
- zou uitsterven
- zouden uitsterven
- zouden uitsterven
- zouden uitsterven
diversen
- sterf uit!
- sterft uit!
- uitgestorven
- uitstervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitsterven:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dö | creperen | |
utdöende | uitsterven | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bli utrotad | ophouden te bestaan; uitsterven | |
dö | afsterven; ophouden; sterven; uitsterven | bezwijken; creperen; doodgaan; heengaan; inslapen; kapotgaan; omkomen; ontslapen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verrekken; verscheiden; versterven; wegvallen; zieltogen |
dö ut | afsterven; ophouden; ophouden te bestaan; sterven; uitsterven |