Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uitgekiend:
  2. uitkienen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitgekiend (Nederlands) in het Zweeds

uitgekiend:

uitgekiend bijvoeglijk naamwoord

  1. uitgekiend (spitsvondig; scherpzinnig)
    intelligent

Vertaal Matrix voor uitgekiend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intelligent scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend intelligent; pienter; schrander

Verwante woorden van "uitgekiend":

  • uitgekiende

uitgekiend vorm van uitkienen:

uitkienen werkwoord (kien uit, kient uit, kiende uit, kienden uit, uitgekiend)

  1. uitkienen (uitknobbelen; uitdenken; uitdokteren)
    räkna ut
    • räkna ut werkwoord (räknar ut, räknade ut, räknat ut)

Conjugations for uitkienen:

o.t.t.
  1. kien uit
  2. kient uit
  3. kient uit
  4. kienen uit
  5. kienen uit
  6. kienen uit
o.v.t.
  1. kiende uit
  2. kiende uit
  3. kiende uit
  4. kienden uit
  5. kienden uit
  6. kienden uit
v.t.t.
  1. heb uitgekiend
  2. hebt uitgekiend
  3. heeft uitgekiend
  4. hebben uitgekiend
  5. hebben uitgekiend
  6. hebben uitgekiend
v.v.t.
  1. had uitgekiend
  2. had uitgekiend
  3. had uitgekiend
  4. hadden uitgekiend
  5. hadden uitgekiend
  6. hadden uitgekiend
o.t.t.t.
  1. zal uitkienen
  2. zult uitkienen
  3. zal uitkienen
  4. zullen uitkienen
  5. zullen uitkienen
  6. zullen uitkienen
o.v.t.t.
  1. zou uitkienen
  2. zou uitkienen
  3. zou uitkienen
  4. zouden uitkienen
  5. zouden uitkienen
  6. zouden uitkienen
en verder
  1. ben uitgekiend
  2. bent uitgekiend
  3. is uitgekiend
  4. zijn uitgekiend
  5. zijn uitgekiend
  6. zijn uitgekiend
diversen
  1. kien uit!
  2. kient uit!
  3. uitgekiend
  4. uitkienend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitkienen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
räkna ut uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen