Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uitbreidingen:
  2. uitbreiding:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitbreidingen (Nederlands) in het Zweeds

uitbreidingen:

uitbreidingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de uitbreidingen (uitbouwingen)
    utvidgning

Vertaal Matrix voor uitbreidingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utvidgning uitbouwingen; uitbreidingen aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting; doortrekking; gezwollenheid; het groter worden; opgeblazenheid; opgezetheid; uitlegging; uitspreiding; uitzetten; verbreiding; vergroting; wijd worden

Verwante woorden van "uitbreidingen":


uitbreidingen vorm van uitbreiding:

uitbreiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitbreiding (expansie; groei; toename; )
    expansion
  2. de uitbreiding (expansie; groei)
    utvigdning; expansion
  3. de uitbreiding (toevoeging; toevoegsel)
    mera; tilläggning
  4. de uitbreiding (toename; verhoging; vermedevuldigen; )
    ökning; tilltagande

Vertaal Matrix voor uitbreiding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
expansion aanvulling; expansie; groei; toename; uitbreiding; uitzetting; vergroting uitlegging; uitspreiding; verbreiding
mera toevoeging; toevoegsel; uitbreiding
tilltagande aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking
tilläggning toevoeging; toevoegsel; uitbreiding
utvigdning expansie; groei; uitbreiding
ökning aangroei; aanwas; aanwinst; expansie; groei; groter worden; stijging; toename; toeneming; uitbreiding; verhoging; vermedevuldigen; vermeerdering; versterking aanvoeging; omhoog komen; toename; toename voorraad; toenames; toenemingen; vermeerderingen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tilltagande in toenemende mate; meer en meer; toenemend

Verwante woorden van "uitbreiding":


Wiktionary: uitbreiding


Cross Translation:
FromToVia
uitbreiding tillväxt; ökning accroissementaction de croitre, de se développer.