Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- typisch:
-
Wiktionary:
- typisch → typisk, äkta, verklig, frågvis, nyfiken, vinstgivande, intressant, egendomlig, märkvärdig, synnerlig, utomordentlig
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor typisch (Nederlands) in het Zweeds
typisch:
-
typisch (karakteristiek; kenmerkend; typerend; tekenend)
charactiristiskt; urskiljande-
charactiristiskt bijvoeglijk naamwoord
-
urskiljande bijvoeglijk naamwoord
-
-
typisch (zonderling; excentriek; bijzonder; vreemd; apart; merkwaardig; buitenissig; ongewoon; bizar; curieus; eigenaardig)
-
typisch (maf; vreemd; eigenaardig; dwaas; gek; mal)
besynnerlig; konstigt; underligt; besynnerligt; underlig-
besynnerlig bijvoeglijk naamwoord
-
konstigt bijvoeglijk naamwoord
-
underligt bijvoeglijk naamwoord
-
besynnerligt bijvoeglijk naamwoord
-
underlig bijvoeglijk naamwoord
-
-
typisch (excentriek; vreemd; apart; buitenissig; extravagant)
sällsynt; oregelbundet; underlig; underligt; excentriskt-
sällsynt bijvoeglijk naamwoord
-
oregelbundet bijvoeglijk naamwoord
-
underlig bijvoeglijk naamwoord
-
underligt bijvoeglijk naamwoord
-
excentriskt bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor typisch:
Verwante woorden van "typisch":
Synoniemen voor "typisch":
Antoniemen van "typisch":
Verwante definities voor "typisch":
Wiktionary: typisch
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• typisch | → typisk; äkta; verklig | ↔ real — that is an exemplary or pungent instance of a class or type |
• typisch | → typisk | ↔ typical — Capturing the overall sense of a thing |
• typisch | → frågvis; nyfiken | ↔ curieux — Qui a le désir d’apprendre, de voir des choses nouvelles, intéressantes, rares, etc. |
• typisch | → vinstgivande; intressant | ↔ intéressant — Qui intéresser ; qui suscite l’intérêt. |
• typisch | → typisk | ↔ représentatif — Qui représenter. |
• typisch | → egendomlig; märkvärdig; synnerlig; utomordentlig | ↔ singulier — Qui est différent ou particulier, qui ne ressembler pas aux autres. |