Overzicht
Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...
- tuig:
-
Wiktionary:
- tuig → pöbel, kreti och pleti, patrask
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tuig (Nederlands) in het Zweeds
tuig:
Vertaal Matrix voor tuig:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rigg | al het touwwerk aan boord; tuig; tuigage; want | |
riggning | al het touwwerk aan boord; tuig; tuigage; want | scheepstuigen; scheepswanten |
slödder | geboefte; gebroed; gespuis; schorriemorrie; tuig; uitschot | canaille; gepeupel; grauw; janhagel; plebs; rapaille |
utrustning | gareel; harnas; toom; tuig | apparatuur; benodigde; bewapening; gereedschap; gereedschappen; gerei; handgereedschap; handwerktuig; instrument; instrumenten; monstering; outfit; outillage; toerusting; uitmonstering; uitrusting; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken; uitzet; versiering; versterken van de bewapening; werktuig; werktuigen |