Nederlands
Uitgebreide vertaling voor truc (Nederlands) in het Zweeds
truc:
-
de truc (kunstgreep; kunst; behendigheid; handigheid; kunstje)
-
de truc (kunstje; foefje; kneep; kneepje; maniertje)
-
de truc (trucage)
-
de truc (handigheid; kunst; toer; kneep)
Vertaal Matrix voor truc:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
duktighet | handigheid; kneep; kunst; toer; truc | |
gimmickar | truc; trucage | |
händighet | handigheid; kneep; kunst; toer; truc | |
knep | truc; trucage | capriool; foef; gekke streek |
konstskap | behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc | |
möjligheten | behendigheid; handigheid; kunst; kunstgreep; kunstje; truc | aannemelijkheid; plausibiliteit; waarschijnlijkheid |
skicklighet | handigheid; kneep; kunst; toer; truc | begaafdheden; bekwaamheid; capaciteit; geldelijk vermogen; kunde; kundigheid; kwaliteit; ter zake kundigheid; vaardigheid; vermogen |
trick | foefje; kneep; kneepje; kunstje; maniertje; truc; trucage | foef; kunstgreep; list; loer; manoeuvre; slimheid; sluwe streek; streek |