Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. troeteldier:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor troeteldier (Nederlands) in het Zweeds

troeteldier:

troeteldier [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het troeteldier (lievelingsdier; lievelings huisdier)
    älskling; kelgris; sällskapsdjur
  2. het troeteldier (knuffelbeest; knuffeldier)
    gosedjur; kramdjur

Vertaal Matrix voor troeteldier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gosedjur knuffelbeest; knuffeldier; troeteldier
kelgris lievelings huisdier; lievelingsdier; troeteldier
kramdjur knuffelbeest; knuffeldier; troeteldier knuffelbeesten
sällskapsdjur lievelings huisdier; lievelingsdier; troeteldier gezelschapsdier; stokpaardje
älskling lievelings huisdier; lievelingsdier; troeteldier beminde; dot; duifje; engel; engeltje; geliefde; hartekind; hartje; kindlief; lief persoon; liefje; liefste; lieve; lieveling; lievelingetje; lieverd; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoepje; snoes; troetel; troeteltje; vriendin

Verwante woorden van "troeteldier":

  • troeteldieren, troeteldiertje, troeteldiertjes